De foto toont een typische plek voor een klaproos. In dit geval gaat het om de rand van die mega-bouwput in Amsterdam, ook wel de Zuidas genoemd, dichtbij spoor en metrostation. Deze Papavers groeien op een allegaartje van bij elkaar geschoven en gehusselde grond. Grote kans dat ze zijn gegroeid uit jarenoud zaad. Want Papaverzaden hebben lange adem. Eindelijk, na jarenlange rust, als de bodem omgewoeld wordt, en er licht bijkomt, ontkiemen ze. Daarom zie je ze vaak langs wegen en akkerranden, op opgespoten land en plekken waar puin is gestort, rond nieuwbouwwijken.
Door deze eigenschappen worden Papavers ook wel ‘verstoringsplanten’ genoemd. Het is dan ook geen toeval dat de poppy, zoals de Papaver in het Engels heet, hét symbool is geworden voor de Eerste Wereldoorlog. Elk jaar, op de zondag die het dichtst ligt bij ‘de elfde van elfde’ (het moment waarop de Eerste Wereldoorlog eindigde), herdenken de Britten op hun Poppy Day de gesneuvelde soldaten en dragen de mensen gestileerde klaprozen op hun revers. De bron van dit gebruik ligt in een gedicht over de klaproos, In Flanders Fields, geschreven door de Canadees John McCrae (1872-1918). Op 3 mei 1915 schreef hij het, vanuit zijn loopgraaf in de buurt van Ieper, uitkijkend op het miljoenvoudig door munitie omgewoelde land, vol roodbloeiende klaprozen. De eerste twee regels gaan als volgt (klik hier voor de integrale versie):
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
In de laatste twee regels snijdt hij een ander aspect van de papaver aan.
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields
McCrae brengt de Papaver in verband met de slaap. Zonder twijfel (hij was arts) kende hij de werking van de Slaapbol, de Papaver somniferum. Want in deze plant zit een keur aan werkzame stoffen, zoals morfine (tegen pijn en slapeloosheid), codeïne (tegen hoestprikkels) en papaverine (tegen maag- en darmkrampen). Het melksap uit de vruchten wordt ook gebruikt in de opiumteelt, die vooral plaatsvindt in Zuid-Oost Azië en het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. De boeren maken insnijdingen in de onrijpe vrucht, in de vroege middag, zodat het eruit lopende sap snel indroogt. Die laag wordt eraf geschraapt en verder gedroogd. Deze ruwe opium kan chemisch gezuiverd worden, tot heroïne. Kortom, de Papaver, dat is: pijnstilling, verdoving, troost, slaap, beelden, dromen, hallucinaties.
Het kan haast niet anders, of McCrae heeft tijdens wolkeloze maannachten aan het front naar deze, zoals de Duitsers mooi zeggen, Schlafmohn gekeken. Deze band tussen papaver, maan en slaap bestond al bij de oude Grieken, die de slaap zagen als geschenk van de goden. De plant was gewijd aan de god van de dood, Thanatos, en zijn broer Hypnos, de god van de slaap, en diens zoon Morpheus, de god van de dromen. Misschien heeft de aanblik van al die ‘slaapmanen’ McCrae troost gegeven, juist in dat extreem verstoorde gebied. Want daar groeiden ze, zonder oordeel, zonder vooringenomenheid. Mensen schieten tonnen munitie af, vernietigen elkaar en de omgeving. Maar de klaprozen bloeien.
Mooie waarnemingsoefening: kijk waar je de vrolijke, rode kopjes ziet of de fraaie vruchten, in de stad, op het platteland, waar dan ook in het landschap. En stel je dan de vraag: welke ‘verstoring’ heeft hier plaatsgevonden? Grote kans dat je op menselijke activiteit stoot. Want de klaproos is naast een schitterende plant, ook een spiegel van het menselijk handelen.
Op de Boelelaan voor voetbalclub AFC in Amsterdam staat een brede strook uitbundig te bloeien.
Een observatie van mijn dochter: Bij station-Rai liggen op de buizen die dwars in de toekomstige Noord-zuid-lijn geklemd zijn, hoopjes zand. In sommige van die hoopjes groeien plantjes. Eén ervan, een papaver, stond vorige week in bloei. Leuk, dat zo’n kind dat ziet!
Met plezier het stuk over de papaver gelezen, mede omdat ik zoveel opiaten tegen de pijn heb geslikt en dus dat prachtige bloemetje dubbel en dwars dankbaar ben. Voor zijn schoonheid, en voor de aanmaking van al die verdovende krachten.
Er groeien klaprozen in het centrum van Haarlem, in de bouwput op het Raaks.
Vóór de komst van de moderne landbouw waren graanvelden een verzamelpunt van bijzondere planten. Bekende voorbeelden: Korenbloem, Kamille- en Vergeet-mij-nietje-soorten en … de klaproos. Waarschijnlijk is de klaproos, die van oorsprong niet in onze streken voorkwam, vanuit het zuiden meegelift met de zich naar het noorden uitbreidende landbouw.
Twee maanden geleden meldde mijn huisgenoot reeds de eerste veldjes klaprozen, gespot vanuit de auto, langs de hoog gelegen uitvalsweg uit onze wijk in Zuidoost. Ik zie ze nooit, want mijn leven speelt zich een verdieping lager af, op niveau van het zgn. “maaiveld”. Maar vandaag zag ik er een heel stel, op het talud van de verbrede spoorlijn Amsterdam-Utrecht, juist daar, waar een nieuw viaduct is gebouwd. De praktijk houdt zich dus keurig aan de theorie. Overigens wel even wennen, die theorie, als je opgegroeid bent met het idee dat er niets natuurlijker bestaat, dan een korenveld met klaprozen en korenbloemen. Maar inderdaad – ploegen is ook een vorm van verstoren…