Eindelijk, daar is ze: Stofzaad!

Met een geheimzinnig gebaar overhandigde W. me de enveloppe. Ik schrok een beetje, toen ik de ietwat verbleekte foto (zie boven) eruit haalde: de plant die zich al jaren voor me verborgen wist te houden! Stofzaad. Monotropa hypopitys, wat vrij vertaald betekent ‘die onder de dennen alleen staat gebogen’. W. vertelde dat hij de foto zo’n dertig jaar geleden had gemaakt (vandaar de wat verschoten kleur), op het landgoed Koningshof bij Haarlem. Maar daarna had hij de plant ook niet meer gezien. Verwonderlijk is dat niet, want ze staat op de Rode Lijst te boek als ‘bedreigd’. Twee jaar geleden probeerden W. en ik haar met vereende krachten te vinden, ook weer op Koningshof. Tevergeefs (klik hier voor het verhaal over die zoektocht). Stofzaad bleef die grote, niet-ingeloste belofte.

Vorige zomer, eindelijk, leek de queeste ten einde, in de indrukwekkende botanische van Berlijn. Ineens, onder hoge bomen, leken er tientallen exemplaren te staan. Ik hoor mezelf nog euforisch roepen: ‘Stofzaad … Stofzaad!’ Maar de waarneming bleek een typische combinatie van wishful thinking en belabberde kennis. Het was geen Stofzaad, maar Bremraap. Zo zie je maar hoe vooringenomenheid de waarneming kan kleuren. Overigens heb ik deze aanfluiting pas in tweede instantie aan W. durven bekennen.

Door de foto van W. ben ik toch maar weer eens in de literatuur gedoken. Daarbij stuitte ik op een heruitgave van een boek uit 1905, van de grote Jac. P. Thijsse. Prachtige, archaïsche titel: Omgang met planten. Er staat een apart hoofdstukje over Stofzaad in! Trouwens wel confronterend om de ‘voorrede’ van het boek te lezen. Daarin zegt Thijsse dat hij gaat schrijven over ‘een vijftigtal gewone wilde planten’. Dan blijkt maar weer hoe Nederland in een eeuw tijd is veranderd. In honderd jaar tijd kun je blijkbaar uitgroeien van ‘gewoon’ naar ‘bedreigd’ … maar laten we niet teveel somberen … Stofzaad blijft die unieke, zonderlinge grensganger!

Het meest opvallende is dat de plant geen bladgroen bevat. Wit is ze, wasachtig wit, soms een beetje bleekgeel. Kortom: ze doet niet aan fotosynthese en vormt dus niet zélf haar organische stoffen (suikers). Die verkrijgt ze via een ingewikkelde driehoeksrelatie met een schimmel en een boom. Laten we beginnen bij de boom. Vaak gaat het om dennen, maar ook beuken. Om de wortels van de boom groeien schimmeldraden. De boom, die wel aan fotosynthese doet, geeft een deel van de gevormde organische stoffen aan de schimmel, omgekeerd levert de schimmel mineralen aan de boom. Een prachtige vorm van symbiose, met wederzijds voordeel! Maar Stofzaad gaat verder: haar wortels zoeken contact met de schimmeldraden en halen daaruit de suikers, die uiteindelijk afkomstig zijn van de boom. Zo vormt de schimmel een bruggetje tussen de boom en Stofzaad. Een plantaardige ménage à trois!

Natuurlijk was ik blij met de foto. Maar tegelijkertijd legde die ook een vinger op de zere plek: ik had Stofzaad immers nog nooit in levende lijve ontmoet. En W. wel. Zo blijken planten in staat te zijn om jaloezie op te wekken. Daarom bleef ik maar neuzen in de literatuur, onder andere op de site waarneming.nl. Voor de zoveelste keer tikte ik ‘stofzaad’ in het zoekvenster … niet te geloven … nota bene op een paar kilometer van huis was ze gesignaleerd, niet ver van Koningshof, op het landgoed Elswout. Wat een schurk, dacht ik, die Stofzaad. Ik moest denken aan Karadžić, die jarenlang doodgewoon in een buitenwijk van Belgrado had gewoond, en aan Osama Bin Laden, naast een legerbasis. Je moet wel lef hebben, als plant, om je zó dichtbij te verbergen!

De site meldde de naam van de vinder. Na enig gegoogle vond ik zijn gegevens. Ook hij bleek in de buurt te wonen. Ik waagde er een mailtje aan … snel volgde een antwoord … raak! En het mooiste was: hij wilde de vondst met me delen. Ik kreeg een routebeschrijving.

Twee dagen later was het zover. Ik zou Stofzaad gaan zien. M. ging mee, want die houdt ook van plantjes. We fietsten naar het Elswout. Het was een mooie dag en ik raakte overmoedig, want bijna stond ik oog in oog met Hare Koninklijke Zeldzaamheid! Ik orakelde maar door tegen M., over al die bijzonderheden van Stofzaad. Maar ze luisterde niet echt. Dat is het nadeel van intellectuele kennis, die gaat het ene oor in en het andere uit. ‘Eerst zien, dan geloven’ zei ze, heel wijs.

Zwijgend liepen we de toegangspoort door, het fraaie landgoed op. Maar welke rondjes we ook liepen en welke zijpaadjes we ook namen: geen Stofzaad. Uiteindelijk moesten we op onze schreden terugkeren. Ik liep leeg als een ballon. Weer terug bij de poort kwamen we ook nog eens terecht in een bruidsreportage. Ja, daarom ga je naar Elswout, voor mooie foto’s van de mooiste dag van je leven, niet voor een fantoom als Stofzaad. De fotograaf vroeg de bruidegom een champagnefles te ontkurken, wat met een luide knal lukte. De bruid gaf een hoog, kirrend gilletje, de camera klikte als een mitrailleur en wij verlieten het Elswout, met lege handen.

Op de fiets dacht ik aan Thijsse, hoe hij te werk ging tijdens zijn tochten. In Omgang met planten zegt hij het zo: ‘Ik kies mijn observaties zó, dat ik op een stuk of vier verschijnselen tegelijk kan letten en niet zelden maakt een gunstig toeval dan het half dozijntje vol.’ Ja, zo pak je dat aan. Waarneming vraagt om inspanning, en inspanning leidt tot beloning. Wat ik deed was zappen, meeliften op de arbeid van iemand anders. Dat kan nooit goed gaan. Op de fiets probeerde ik mezelf met een grapje in te dekken: ‘Stofzaad zijt gij, tot Stofzaad zult gij wederkeren!’ M. kon er niet om lachen.

Ik wilde die dag nog veel doen, maar het tempo kwam er niet meer in. Dit had de Dag van het Stofzaad moeten worden. Maar Stofzaad was er niet. Sofzaad. Na wat getreuzel durfde ik toch het toch aan, en pakte de telefoon. Nogmaals belde ik mijn informant. Direct kwam hij met een aanbod: hij wilde wel naar het Elswout komen!

Een half uur later schudden we elkaar de hand. Zo zie je maar: planten kunnen niet alleen jaloezie opwekken, maar evengoed mensen met elkaar verbroederen. Alleen daarom al zijn planten zo onmisbaar. We zetten de pas erin … en passant wees hij me op nog meer bijzonderheden, maar het ging natuurlijk om Stofzaad … eindelijk … daar stond ze … helemaal in haar eentje … ik weet dat het pathetisch klinkt, hysterisch, monomaan, monodwaas … maar ik moest vechten tegen de tranen in mijn ogen.

Thuis, na terugkomst, pakte ik Thijsse er weer bij. Wat schreef die oervader van de natuurbescherming toch mooi en bevlogen, en wat had hij gelijk: ‘Iedere wandeling kan ertoe bijdragen, de mensheid wat dichter bij de bloemen te brengen.’

 

5 gedachtes over “Eindelijk, daar is ze: Stofzaad!

  1. Doriene Ruff de Jong

    Ohhhh, hoe herkenbaar dit verhaal. Ook ik ben op zoek geweest in Koningshof naar het stofzaad. Met aanwijzingen waar deze te vinden zou zijn, hoe groot de teleurstelling is wanneer je het niet vindt.

    Ook ik heb de melige toorts gezien….één exemplaar, en lees goed …gezien. Stom als ik ben geen foto gemaakt omdat deze bijzondere plant er zo verwelkt bij stond. Zucht.

    Elswout, ook daar heb ik gelopen tijdens mijn zoektocht naar het stofzaad. Natuurlijk niet goed voorbereid, al dacht ik van wel. Ik had geen idee waar te zoeken. Nu heb ik me laten informeren dat het stofzaad vaak in de nabijheid van de narcisridderzwam en witte ridderzwam is gevonden. Deze standplaats heb ik inmiddels vast weten te leggen … nu rest mij alleen nog een tweede tocht naar het Elswout.

    1. Frans Olofsen

      Wat een frappante gelijkenis tussen onze zoektochten naar Stofzaad! Slim van je om de plant op die manier, via de met haar samenlevende schimmels, proberen te vinden! De kans om haar aan te treffen vergroot je zo ongetwijfeld. En vergeet de site waarneming.nl niet. En een portie geduld. Ben benieuwd of het je gaat lukken!

  2. Hans ter Burg

    Vlakbij de plaats waar in mijn tuin in 2008 Stofzaad groeide, trof ik een paddestoel aan: een kleine stinkzwam, Mutinus caninus. Veel zeldzamer dan de grote stinkzwam, maar toch zie ik hem elk jaar wel op een paar plaatsen in de tuin. Deze tuin was 15 jaar geleden nog een zwaar bemest en bespoten maisveld, nadat wij het gekocht hadden, hebben we het laten verarmen en verwilderen, en ook nog een houtwal van 8 x 120 meter aangeplant, zodat heel veel vogels en planten weer zijn teruggekomen die na de ruilverkaveling waren verdwenen.

  3. Frans Olofsen

    Jaloersmakend … een Stofzaad in de achtertuin … en die daarna weer verdwijnt … in de Nederlandse Oecologische Flora staat in dit verband het volgende: “Het aantal bloeistengels dat jaarlijks boven de grond komt, varieert sterk en is meestal des te hoger naarmate er meer regen valt. Waar het ene jaar honderden stengels bloeiden, kan het volgende jaar niets te vinden zijn. Soms spelen bloei en vruchtzetting zich geheel ondergronds af.” Wie weet is dat de verklaring, maar veel vragen blijven over, zoals de oorzaken van het verbrokkelde areaal en de teruglopende aanwezigheid.

  4. En dan te bedenken dat ik dit plantje in 2008 aantrof in onze (wilde) achtertuin aan de vijverrand. Ik was stomverbaasd omdat ik nog nooit zo’n paddestoel had gezien, pas na lang zoeken ontdekte ik dat het geen paddestoel, maar Monotropa hypopitys was! Er staat in de buurt van de vindplaats geen enkele den of beuk, wel wilg en berk. Sinds 2008 zoek ik elk jaar weer of de plant weer opkomt, maar tot op heden nog niet gevonden, hopelijk dit jaar meer geluk.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s