Puur goud

Herfst. Einde groeiseizoen. Ik sta oog in oog met een vrijwel bladloze appelboom. Er hangen welgeteld twee appels aan, zwaar aangevreten. En dan, vanuit het niets, vliegt een vlinder aan. Even voelt het weer als afgelopen zomer. Onnavolgbaar fladderend landt ze op één van de appels. Geen twijfel mogelijk: dit is een Atalanta. Nog geen meter is ze van me verwijderd. Ze klapt haar roltong uit en probeert die in het bruine, bijna rottende vruchtvlees te duwen. Tevergeefs. En ze vliegt weg …

De Atalanta. Ze gaf kleur aan mijn coronazomer. Want eindelijk lukte het me om thuis de ontwikkeling van rups naar volwassen vlinder, via het roerloze popstadium, waar te nemen. Van dichtbij kon ik die wonderlijke ‘metamorfose’ volgen. En wat je dan allemaal meemaakt …

Dit is het verhaal.

Begin juni. Vanuit huis loop ik naar dat oude stadsbos, de Haarlemmerhout. Al jarenlang neem ik me voor rupsen te verzamelen, maar steeds ben ik te laat. Altijd is er wel een of ander slap excuus om het seizoen aan me voorbij te laten gaan … ik loop het bos in, met in de hand een glazen potje met geperforeerd deksel. Ik heb mijn zinnen gezet op de in Nederland veel voorkomende Atalanta. Lukraak het bos inlopen is een nogal vergeefse daad, maar je kunt je kans op een vondst wel vergroten. Want de rupsen van de Admiraalvlinder, zoals ze ook wel heet, leven op brandnetels, en die vind je overal wel. En dan maar scannen en zoeken naar die typische, opgerolde bladeren die de rupsen maken en waarin ze zich overdag schuilhouden. Het verbaast me, binnen een halfuurtje is het gelukt. Twee rupsen vormen de oogst … hup … in het potje, een flinke dot brandnetelbladeren erbij en snel naar huis. Daar stop ik ze in een oude aquariumbak, met wat vochtige aarde op de bodem. Voorzichtig leg ik de rupsen tussen de brandnetelbladeren en dek de bak met gaasdoek af.

En dan maar kijken en wachten … ja, dat laatste vooral …

Een paar dagen lijkt er niet veel te gebeuren. Overdag rusten de rupsen loom tussen het brandnetelloof. Maar ’s ochtends blijkt dat er wel van de bladeren is gegeten, ze zijn dus vooral nachtactief. Een paar keer hengel ik een rups uit het aquarium en bekijk hem met een vergrootglas. Indrukwekkend. Op elk segment zitten stekels, die weer vertakken in kleinere stekels. Op microniveau ziet het er allemaal veel complexer uit dan ik me had voorgesteld. Dit wezentje logenstraft mijn eenzijdige beeld van rupsen als simplistische, domme vreetmachines. Zóveel is er subtiel aan. De kop alleen al, met die zes paar ogen, de spinklieren onder de kaak. En dan de poten: vooraan de drie paar ‘echte’ poten en erachter de vijf paar ‘pseudopoten’ waarvan, na de metamorfose, niets meer is terug te vinden. En wat te denken van dat rolronde bladnestje? Op YouTube staat een prachtig filmpje waarin dat in detail te zien is. In woorden uitgedrukt gaat het ongeveer zo … aan het breedste deel van het blad, aan de bladbasis, vormt de rups met zijn spinklieren een draad, die hij met kleefstof vastzet en dan dóórtrekt naar de andere kant. Zo gaat het door naar beneden … links … rechts … links … rechts … zigzaggend … een fijnmazig naaiwerkje ontstaat waarbij de bladranden naar elkaar toe worden getrokken en om elkaar heendraaien tot dat rolletje. Maar soms is het blad zó vitaal en stevig dat het de rups niet lukt om het met de spindraden om te buigen. Maar daar heeft hij een oplossing voor. Want weer kruipt hij naar de bladbasis en knaagt daar drie grote nerven door. Daardoor verslapt het blad en dat klapt op een gegeven moment om. Daarna herhaalt de rups het hiervoor beschreven spinproces, en nu wél met resultaat …

Op de avond die, achteraf gezien, mijn laatste rupsenavond blijkt te zijn, kijk ik voor de zoveelste keer in de bak. Ze bewegen steeds minder en reageren ook niet echt meer op aanraking. Richting kop lijken de lijfjes zich te verdikken en ze liggen in een soort vraagteken. Gaan ze ter ziele of is dit de prelude op de verpopping? Het is me onduidelijk. Maar de volgende ochtend tref ik twee groenachtig gekleurde poppen aan. Ik schrik ervan, zó gewend als ik was aan de aanwezigheid van de rupsen. Bij eentje zit de huid van de rupsenkop er nog aan vast. Dat ziet er een beetje eng uit, alsof de rups onthoofd is, maar je weet dat het alleen de huid van de vorige fase is, die als een oud kledingstuk is afgedankt … het liefst zou ik de hele dag naar het tafereel kijken, als bij een kraambed, maar ik heb ook nog andere dingen te doen. Pas de volgende ochtend kijk ik weer naar de pop en het is echt ongelooflijk. Je weet het uit de literatuur, maar dan zie je het met je eigen ogen: er pronken goud-zilveren vlekken op de pophuid! De glans geeft iets geheimzinnigs aan het wezentje, alsof er een schat in verborgen ligt. En het dringt tot me door waarom de biologische familienaam voor deze en andere dagvlinders is gekozen, de Aurelia’s, want daarin zit het Latijnse woord ‘aurum’ en dat betekent ‘goud’…

Maar nóg meer goud is te vinden, als je dieper graaft in de naam van deze vlinder. Dat zit zo. In 1758 verzon de Zweedse botanicus Carl Linnaeus de Latijnse, wetenschappelijke naam: Papilio atalanta (tegenwoordig wordt de naam Vanessa atalanta gebruikt). Hierbij putte hij uit de klassieke literatuur, uit het boek ‘Metamorphosen’ van Ovidius, die rond onze jaartelling leefde. Dat is een bont, fantasierijk boek, vol wezens die in andere wezens veranderen, metamorfoseren. Het verhaal blinkt van het goud … hier is het … Atalanta was de snelste van alle mensen. De mannen vielen als bosjes voor haar. Daarom vroeg ze raad aan de wijze Apollo: met wie zou ze gaan trouwen? Maar ze kreeg een negatief advies: ‘Voor jou geen bruidegom, Atalanta!’. Ongehuwd en teruggetrokken leefde ze verder. De enkele mannen die haar wél weten te bereiken, stelt ze meedogenloos op de proef: ‘Wie sneller loopt dan ik wint mij als prijs en krijgt mijn jawoord, maar voor de verliezers wacht de dood!’. Zo kwamen vele mannen aan hun einde. Maar dan verschijnt Hippomenes ten tonele, die ook smoorverliefd is. Hij doet een aanzoek en daagt haar uit voor de hardloopwedstrijd. Even twijfelt Atalanta, het zou toch zonde om die jonge, mooie man de dood in te drijven. Wanhopig, en stilletjes verliefd, vraagt ze hem de uitdaging in te trekken. Maar Hippomenes zet door en vraagt advies aan Venus, de godin van de liefde. Die weet raad! Middenin haar heiligdom staat namelijk een boom vol met gouden appels. Drie plukt ze ervan af en geeft die aan Hippomenes. En dan gaat de hardloopwedstrijd van start … met gemak neemt Atalanta de voorsprong. Hippomenes gooit de eerste gouden appel en Atalanta gaat er achteraan. Hippomenes haalt haar in, maar daar is ze al weer … hij gooit de tweede appel. Weer raakt ze achterop en weer haalt ze hem in. Dan pakt hij de laatste, derde appel en gooit die met een boog ver het veld in, tussen het hoge gewas. Atalanta zoekt en zoekt en zo weet Hippomenes de wedstrijd te winnen, door een letterlijk gouden list …

Hoopvol tuur ik weer in mijn aquariumbak. Nog steeds hangt de pop er tergend stil bij, dagenlang al, twee weken bijna. In de tussentijd lees ik van alles over de omvormingsprocessen die binnenin plaatsvinden. Het unieke daarvan is dat de metamorfose naar vlinder gebeurt met het bestaande, half vloeibaar gemaakte weefsel van de rups. De pop voedt zich immers niet. Het wezen dat uit de pop kruipt blijkt totaal van vorm en structuur te zijn veranderd. De drie paar korte rupsenpootjes zijn omgevormd tot twee paar lange, ranke poten en één paar gespecialiseerde poetspoten. De bladeren etende kaken worden afgebroken ten gunste van een nectar zuigende roltong. De zes eenvoudige oogjes vormen zich om tot de complexe, samengestelde facetogen. Aan het tweede en derde borstsegment ontstaan de voor vlinders zo kenmerkende en letterlijk schitterende vleugelparen …

Op de vroege ochtend van de twaalfde dag kijk ik, bijna uit gewoonte, in mijn aquariumbak. Ik haal het gaas eraf en zoek naar de pop. Maar die is opengescheurd en dof van kleur, zonder het goud en zilver. Nóg hoor ik mezelf gesmoord vloeken. Ik voel aan het restant dat papierachtig aanvoelt. Maar waar is de vlinder?! Paniek maakt zich van me meester, maar dan zie ik haar zitten, heel onopvallend, met ingeklapte vleugels. Eventjes spreiden die zich uit en ontvouwt zich dat prachtige patroon … onmiskenbaar een Atalanta. Wat is ze mooi en wat een tegenstelling is er tussen de kleurenpracht van de bovenkant en de onopvallend zwartbruine patronen op de onderkant. Het is het verschil tussen wel en niet gezien worden. Met ingeklapte vleugels zegt de Atalanta: zie me niet, eet me niet. Met uitgeklapte vleugels zegt ze: hier ben ik, voortplantingsbereid … na de paring en het leggen van de eitjes trekken ze weg, meestal in de late zomer. Want dat is het unieke aan de Atlanta, dat het trekvlinders zijn. Lang heeft het geduurd voordat men dit kon aantonen. Pas in 2003 stelden onderzoekers vast dat er Atalanta’s van Finland naar Spanje vlogen, een afstand van ongeveer 3000 kilometer. Daar deden ze zo’n vijf weken over, profiterend van noordenwinden, soms op twee kilometer hoogte, ook tijdens de nacht en in de regen. Aangekomen in Zuid-Europa overwinteren ze en degenen die overleven trekken in het voorjaar weer naar het noorden, voor de laatste keer.

Lichtelijk euforisch loop ik met de aquariumbak mijn achtertuintje in. Ik zet de bak op schoot. Ze zit maar wat, met ingeklapte vleugels. Ik haal het gaas er half af, misschien dat de wind de zaak een beetje in beweging zet. In de zon dan maar, misschien heeft dat invloed. Zeker een half uur gebeurt er niets, maar op een gegeven moment is het dan toch zover. Plotseling fladdert ze omhoog en landt een paar meter verderop op een stukje kale bodem. Urenlang blijft ze daar zitten. Aan het eind van de middag zie ik dat ze is uitgevlogen … en dat ontroert me. En zo blijkt maar weer, als je verbinding zoekt met iets of iemand, dan krijg je er een relatie mee. Zo werkt dat. Daarom mag de Atalanta wel de onbetwiste nummer 1 van de Tuinvlindertelling 2020 zijn, deze Atalanta was mijn Atalanta …

7 gedachtes over “Puur goud

  1. André

    Leve de metamorfoses! Dankjewel! Wat schrijf je toch meeslepend! Je sleepte me mee de bak in en fladderde uiteindelijk weer met jouw Atalanta mee naar buiten. Fantastisch!

  2. Cilia Born

    Een spannend verhaal. Ik leefde mee, makkelijk want het wachten had jij al gedaan! Maar jij hebt dan ook een relatie kunnen opbouwen en dat is mij niet gelukt met de vele Atalanta’s die onze vlinderboom in Vogelenzang deze zomer voortdurend bezochten! Maar ik kon ook daar van genieten!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s