Het had altijd wel wat, die Postbank. Lekker makkelijk, niet zo poenerig. ING was altijd een beetje chique. En nu is blauw oranje en is het woord ‘giro’ definitief verleden tijd.
Nu kom ik al jaren langs het hoofdkantoor van ING in Amsterdam, dat in de volksmond ook wel de ‘schoenendoos’ heet. Maar ja, als je dan ineens klant van de bank bent geworden, ga je toch anders tegen zo’n gebouw aankijken. Het wordt een stukje van jezelf.
Deze week reed ik weer met mijn Connexxionbus de A10 af, over de aparte busstrook, langs de zijkant van het gebouw. Wat zouden ze allemaal doen, achter dat glas? Het gebouw gaf geen antwoord. Maar ineens was er een aanknopingspunt, in één van de kamers op de begane grond. Er stond een groepje mannen, met de rug naar het raam gekeerd, voor … een dartbord.
Een dartbord?
Leuke bank, die ING!
Toen ik ze een dag later weer voor het bord zag staan, kon ik me niet meer inhouden. Ik stapte uit de bus en wandelde over de grasstrook langs het gebouw.
Vreemd: aan de zijkant ging het gras ging over in kunstgras.
Ja, daar stonden ze, een mannetje of vier. Jasjes uit, want dat werpt makkelijker.
Ineens draaide één van de mannen zich om, keek me aan en maakte een jolig gebaar met zijn hand waarin hij een geel dartpijltje hield. Ik zwaaide terug en liep verder, naar de achterkant van het gebouw, waar een chauffeur in een donkerblauwe BMW op zijn baas wachtte.
Maar het dartspel liet me niet los, dus liep ik terug. Gelukkig, ze waren nog bezig. Even overwoog ik een foto van het vrolijke tafereel te maken. Nee, toch maar niet. En toen ik wilde weglopen, draaide één van de mannen zich weer om, liep naar het raam en sloot de lamellen.
Aan de voorzijde van het gebouw maakte ik foto’s van de imposante gevel. Twee mannen liepen op me af en zeiden, op licht agressieve toon: ‘Waarom maak je foto’s van ons?’
Dat moesten de darters zijn. Ze hadden hun colberts aangetrokken en roken zwaar naar after shave. Ik legde uit dat ik geen foto’s van hen had gemaakt, maar ze geloofden me niet.
‘Waarom maken jullie je zo druk over een foto die ik niet genomen heb?’
‘Er loopt nooit iemand langs ons raam!’
‘En jullie komen speciaal naar buiten om dat te vertellen?’
‘Ja, we zijn hier om mensengedrag te bestuderen.’
‘Om mij te bestuderen?’ zei ik, oprecht verbaasd. ‘Maar jullie werken toch op een bank?’
‘Ja, maar een bank is een heel ingewikkelde organisatie, en dan moet je veel van mensen weten!’
Het gesprek eindigde in de lucht.
Later die dag las ik een bericht over ING België. Daar schrappen ze, in het kader van de kredietcrisis, alle ‘onnodige uitgaven’, waaronder een onderhoudscontract voor planten. Topman Erik Dralans: ‘Weet u dat we per jaar 200 000 euro kwijt zijn aan de aanschaf en onderhoud van de planten in ons hoofdkantoor?’ En: ‘Ik kan prima werken zonder een plant in mijn kamer en dat geldt voor meer mensen.’ Ik moest denken aan de kunstgrasmat naast het Amsterdamse hoofdkantoor.
De volgende dag reed ik weer met de bus langs het ING House. De lamellen waren dicht.